Martín Códax
Opgericht in 1986 door een kleine groep wijnboeren
Het huis Martín Códax werd in 1986 opgericht door een kleine groep wijnboeren, die op die manier wilden proberen de wijnen van Rias Baixas bekendheid te geven. Het bedrijf werd genoemd naar de mythische dichter Martín Códax, eigenlijk een middeleeuwse Galicische troubadour, afkomstig uit Vigo, die leefde in het laatste deel van de 13e en mogelijk aan het begin van de veertiende eeuw.
Het bedrijf is gevestigd in Cambados, de hoofdstad van een van de drie deelgebieden van Rias Baixas, Val do Salnés. In de loop van ruim twintig jaar heeft Martín Códax zich ontwikkeld tot een van de leidende wijnbedrijven van de regio Rias Baixas, de streek die zich de afgelopen decennia heeft ontwikkeld tot dé Spaanse streek voor witte wijnen. Dat heeft alles te maken met het mooie wijngaardbezit van Martín Códax. Anders dan bij andere wijnbedrijven in de streek worden de druiven –uitsluitend Albariño- uitsluitend geoogst uit eigen wijngaarden, zodat de controle over de druiven in alle opzichten optimaal is. Dat betekent een hoge kwaliteit van de druiven, die aan de basis staan van de verschillende fraaie wijnen van dit wijnbedrijf. Dat is een knappe prestatie voor een bedrijf dat door zijn opzet, een samenwerking tussen verschillende boeren uit de streek, in feite werd opgezet als een coöperatie, en lang ook zo functioneerde. Het begon allemaal met 20 hectare, maar dat is al gestegen tot zo’n 240 hectare, verdeeld over in totaal een 1400 losse stukjes wijngaard. Niet gemakkelijk om onder controle te houden. Daarom is besloten de structuur en een coöperatie op de schop te nemen. Het bedrijf werd daarvoor gesplitst in een productiebedrijf, waarin alle wijngaarden, dat is losgekoppeld van het bedrijf dat de wijnen moet verkopen, en dat dus los staat van de coöperatieve structuur en zo veel slagvaardiger kan opereren. Dat is een van de verklaringen voor het grote succes van Martín Códax. In de kelder wordt bovendien fantastisch werk geleverd door wijnmaker Luciano Amoedo Rodino, een autoriteit op zijn vakgebied die ook aan de basis stond van het verwerven van de D.O. "Rías Baixas" in 1988. Onlangs is een volledig nieuwe wijnproductie installatie in gebruik genomen, die het wijn maken hier verder moet perfectioneren. Tot meerdere eer en glorie van de bijzondere wijnen van Rias Baixas en zijn bijzondere druif, de ongeëvenaarde Albariño.
Het gebied: Rias Baixas, Galicia
De uiterste Noord-West punt van Spanje is hét walhalla voor de witte wijn van Spanje. Dat heeft alles te maken met een klimaat dat milder is voor de druivenstokken dan voor de mensen die er wonen. Veel wind en regen, en een klimaat dat een stuk minder warm is dan in de rest van Spanje. De heuvels zijn er dan ook helemaal groen, met grazige weiden en een weelderige begroeiing. De gemiddelde temperatuur bedraagt niet meer dan 13ºC. Witte druiven houden van zo’n klimaat, als het er maar niet al te veel regent. Met een regenval van zo’n 1500 millimeter per jaar (het dubbele van Nederland!) zit je hier wel op de limiet. Dat is ook een van de redenen dat we hier nog veel wijngaarden vinden met de stokken in pergola’s, waardoor de druiven ver der weg zitten de grond, zodat het blad en de druiven beter drogen en minder gevoelig zijn voor ziekten als gevolg van de regen. Gemiddeld schijnt de zon er 2.200 uur per jaar. De DOC werd verworven in 1988 en beslaat iets meer dan vijftienhonderd hectare. De Rías Baixas telt drie deelgebieden of "subzonas": Val do Salnes, gelegen rond Cambados aan de Westkust; O Rosal, dat ligt tussen de Atlantische kust en het grensdorpje Tuy, en Condado do Tea, dat begint ten oosten van Tuy.
Uiteraard is het, in dit klimaat, al witte wijnen wat de klok slaat. En dan met name witte wijnen op basis van de lokale Albariño-druif. Maar liefst negentig procent van de aanplant bestaat uit Albariño. Een bijzondere druif, waarvan lang werd gedacht dat hij verwant was aan de riesling. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat er geen sprake is van een familieband. De suggestie werd gewekt omdat er in smaakopzichten bepaalde verwantschap bestond. Wijnen op basis van zowel riesling als Albariño zijn vol en krachtig in de smaak, met daarnaast frisse zuren en veel sap. De meeste Albariño-wijnen moeten jong worden gedronken, zo ongeveer van hun eerste tot derde levensjaar. Naast Albariño zijn ook andere druiven toegestaan voor witte wijnen: Treixadura, Loureira Blanca, Caiño Blanco en Torrontés, een druif die we tegenwoordig overigens op grote schaal vinden in Argentinië. Door hun krachtige en tegelijk frisse karakter worden de witte wijnen uit Rías Baixas beschouwd als de beste van Spanje. Wel is hun prijs er ook naar, vooral ook omdat ze erg populair zijn in Spanje zelf, maar ook in de Verenigde Staten, zodat ze gemakkelijk voor goede prijzen kunnen worden verkocht.
Daarnaast wordt er een kleine hoeveelheid rood gemaakt, met aan de basis Brancellao, Caiño Tinto, Espadeiro, Loureira Tinta, Mencía –dé druif van Bierzo- en Sousón. Maar het is natuurlijk onvermijdelijk dat dit koele klimaat betrekkelijk lichte rode wijnen oplevert. Dat doet uiteraard niets af aan de uitzonderlijke kwaliteit van de witte exemplaren
URL: